Activiteiten

Introductie

In BPMN 2.0 staat een Activity voor een taak of meerdere taken die in een business process worden uitgevoerd. Activiteiten vormen de bouwstenen van een process model en beschrijven de concrete acties die het proces verder helpen. In een BPMN-diagram worden ze getoond als rechthoeken met afgeronde hoeken.

Types of Activities

1. Task:

   • Een enkele, eenvoudige activiteit die één werkstap betekent.
   • Voorbeeld: “Send Invoice” of “Approve Request.”

2. Sub-Process:

   • Een samengestelde activiteit met meerdere taken of processen.
   • Kan worden uitgeklapt (alle onderliggende taken zichtbaar) of collapsed (toont slechts één activiteit).
   • Voorbeeld: Een wervingsproces als sub-process binnen het grotere onboarding proces voor medewerkers.

3. Call Activity:

   • Een herbruikbaar process of sub-process dat wordt aangeroepen door een ander process.
   • Voorbeeld: Een gedeeld “Customer Verification” process dat in verschillende workflows wordt gebruikt.

Gespecialiseerde type taken

Taken kunnen worden onderverdeeld op basis van wie erbij betrokken is en welke objecten worden gebruikt, verbruikt of aangemaakt binnen het proces.

Generic Task

Generic tasks zijn het startpunt van je process model. Je kunt ze snel toevoegen en later verfijnen naar specifieke subtypes.

Manual Task

Manual tasks worden uitgevoerd door mensen en hebben geen directe koppeling met de process engine. Denk aan documenten indelen in mappen, factuurverschillen oplossen via de telefoon, of klanten direct aan de balie helpen.

User Task

User tasks worden uitgevoerd door mensen en expliciet toegewezen via de process engine. De engine plaatst taken direct in de werkvoorraad van de gebruiker. Na afronding moet dit worden bevestigd, bijvoorbeeld door data in te voeren of op een knop te klikken. User tasks zijn standaard in Human Workflow Management-systemen.

Veelvoorkomende voorbeelden zijn het controleren van een factuur, goedkeuren van een verlofaanvraag of afhandelen van een support ticket.

Receive Task

Receive tasks modelleren het ontvangen van een bericht als een aparte taak in het process flow. Dit type taak is een alternatief voor het message-catching event, in BPMN 2.0 weergegeven als een lege envelop.

Receive Task (Instantiating)

Wanneer een receive task een process start (in plaats van een message start event), zie je linksboven een klein event-icoon.

Send Task

Send tasks zijn technische taken die automatisch uitvoerbaar zijn door de process engine en meestal web services asynchroon oproepen via message queues.

Script Task

Script tasks worden direct uitgevoerd door de process engine en moeten geschreven zijn in een taal die de engine ondersteunt.

Service Task

Service tasks zijn handelingen die door software worden uitgevoerd en automatisch onderdeel zijn van het workflow process. Vaak zijn dit web services, hoewel andere varianten ook mogelijk zijn. Service tasks zijn belangrijk voor integratie en passen goed binnen Service-Oriented Architecture (SOA).

Business Rule Task

BPMN 2.0 introduceert de business rule task, bedoeld voor het uitvoeren van business rules in het process.

Belangrijke kenmerken

• Sequence Flows: Activiteiten zijn verbonden met pijlen (sequence flows) die de volgorde bepalen waarin taken worden uitgevoerd.
• Loop en Multi-instance: Sommige activiteiten kunnen worden herhaald (looped) of door meerdere deelnemers tegelijk worden uitgevoerd (multi-instance).

Voorbeeld

• Een “Review Application” activiteit kan een user task zijn waarbij een manager een aanvraag beoordeelt. Deze taak kan deel uitmaken van een grotere sub-process genaamd “Application Processing”.

Activiteiten zijn essentieel om de concrete stappen in een proces te bepalen en geven aan hoe werk wordt uitgevoerd om het gewenste resultaat te behalen in een BPMN-model. Ze kunnen bestaan uit eenvoudige taken of complexe sub-processen met meerdere activiteiten en flow-condities.

Verder lezen